Schaamte is zo’n emotie waar we het liever niet over hebben, maar die een enorme invloed heeft op hoe we onszelf en anderen zien. Zeker wanneer schaamte voortkomt uit vroegkinderlijke trauma en hechtingsproblematiek, kan het je flink in de weg zitten.
Toxische schaamte kan ontstaan als je als kind niet de emotionele steun en veiligheid kreeg die je nodig had. Dit kan ervoor zorgen dat je diep van binnen het gevoel hebt dat je niet goed genoeg bent. Schaamte wordt dan een overlevingsmechanisme – je past je aan door jezelf onzichtbaar te maken, zelfs als je midden in het leven staat.
Volgens het NeuroAffective Relational Model (NARM) van Laurence Heller is schaamte een kernonderdeel van hoe we onszelf en onze relaties ervaren. Als je als kind het gevoel hebt gekregen dat je niet de moeite waard bent, kan dat later leiden tot angst, depressie en moeite met hechte relaties. Schaamte wordt dan een onzichtbare barrière die je tegenhoudt om echt jezelf te zijn.
Schaamte kan je flink belemmeren, maar het is mogelijk om ermee aan de slag te gaan. Het is geen emotie om voor weg te lopen, maar juist iets waar je doorheen kunt werken. Door schaamte bespreekbaar te maken, bewuster om te gaan met je gevoelens en jezelf met meer mildheid te benaderen, kun je langzaam maar zeker de grip van schaamte loslaten en vrijer in het leven staan.